Loflied

Loflied

Op het zwart-wit plaatje dat ik krijg uitgereikt staat een kraampje. Eigenlijk is het geen kraampje gezien de permanente opstelling op een vlonder en de mogelijk het geheel af te kunnen sluiten bij afwezigheid. Maar de luifel staat open en in het huisje wacht de uitbater duidelijk op klandizie. Het is hoogzomer, want de omringende bomen staan zwaar in het blad. Er komt een jongeman aangelopen in kleren die wijzen op een tijd die misschien wel zo’n 80 jaar achter ons ligt: Jasje, dasje en no jeans at all. Het huisje voert de opschriften “De Hoop Onnen”, “IJs” en “Choco’s” en het is me al snel duidelijk dat het hier gaat om een verkooppunt van de stoomzuivelfabriek “De Hoop” uit het Groningse Onnen, die later zou uitgroeien tot de vermaarde roomijsfabriek.
Ik maak stappen terug in de tijd, terug naar mijn eigen jeugd, de jaren 60. Het was de tijd van de immens wijde broekspijpen en in de zomer kleurige bloemenhemden. We voelden ons, zelfs op bescheiden schaal, allemaal bloemenkinderen. En het was het tijdperk van de opkomende ruimtevaart. Toen, geheel aan mijn waarneming onttrokken, geschiedde in Onnen, daar in die ijsfabriek, het wonder: In 1962 werd daar de Raket geboren, het nog altijd populaire waterijsje met de smaken framboos, sinaasappel en ananas. Het was een groot succes vanaf de introductie en heeft sindsdien niet aan populariteit ingeboet. Wat is het geheim van dit simpele, puur Hollandse waterijsje? Heel eenvoudig: de Raket is altijd hetzelfde gebleven. De markt veranderde, de smaak van de consument veranderde, ijsjes kwamen en gingen, maar de Raket bleef. En werd met recht een “klassieker”. Vrijwel iedereen heeft wel eens een Raket gegeten. De fruitige drietraps-combinatie valt goed in de smaak. Zo goed zelfs dat, toen de receptuur iets werd aangepast, consumenten een actie ondernamen om de oude, vertrouwde smaak weer terug te krijgen. En dat lukte: de Raket bleef zoals-ie was. Een Raket is opgebouwd uit laagjes. Om dat voor elkaar te krijgen is er een machine ontwikkeld waarin de verschillende smaken siroop na elkaar worden ingevroren, eerst framboos, dan sinaasappel en als laatste ananas. De Raket wordt vervolgens aan het stokje opgetild en verpakt.
En dan had je hem in de hand. Het papiertje werd er afgestroopt, wat niet lukte zonder stroperige vingers te krijgen. Wanneer het kleurige ijsje aan de buitenlucht werd blootgesteld vormde zich een wazig condens laagje als rijp op de velden op een wintermorgen. De eerste beet was het lekkerst: geen gelik, maar de voortanden gelijk in de eerste trap gezet. Het fruitig zoet streelde de tong tot de smaak van ananas, helemaal aan het eind, zich vermengde met die van het houten stokje. Omdat het smeltproces inmiddels al ver gevorderd was, werd het laatste brok waterijs geheel in de mond genomen dat een vlammende pijn achter de ogen en in het hoofd veroorzaakte. Langzaam steeg de raket ten hemel en verdween in euforische smaakgevoelens uit zicht. Wat bleef was het houtje en twee plakkerige mondhoeken.
De jongeman op het plaatje weet hier alles nog niets van. Ligt voor hem allemaal nog verborgen in de schoot van de toekomst. De uitbater uit Onnen houdt hoop, hoop op klandizie. Ik heb de neiging om hem vanuit het heden toe te vertrouwen dat het allemaal wel goed komt. Hem zachtjes in te fluisteren: “Raket… Cornetto… Calippo… Twister… Solero… Magnum…”

Cees Sleven © april 2018